Vandaag een reisdag, naar Ruteng. Onderweg zien we het typische maar vooral prachtige landschap van Flores met afwisselend kust, bergketens, rijstvelden, jungle en her en der een klein stadje.

Onderweg bezoeken we een Arak-stokerij. Daar tappen ze uit de palmboom het sap door bovenin de vrucht af te snijden en er een emmertje onder te hangen. Dat emmertje is aan het eind van de middag gevuld en wordt naar beneden gehaald.

Halsbrekende toeren dus van de mannen die 2x per dag de palmbomen in klimmen. Vervolgens gaat t spul in een vat om te gisten, waarna het na twee dagen wordt gedestilleerd. Dan is het palmwijn. Sterk spul, wat een beetje weg heeft van jenever met een smaakje. Men drinkt het hier met citroen en honing als mix. Best lekker!

We picknicken aan het strand, met een boterham pindakaas of hagelslag, een eitje en verse passievruchten. Die zijn hier groot en vele malen smaakvolle dan degene die wij in de supermarkt kunnen kopen.

Aan het eind van de middag komen we aan in Ruteng. Een stadje waar nauwelijks toeristen komen. Dat merk je niet alleen aan het gebrek aan restaura ts of cafeetjes, maar vooral aan de aanspraak die we hebben. Alle mensen groeten je, wisselen hun beste Engelse zinnetjes uit of zwaaien naar je. De mensen zijn erg aardig en vriendelijk. Het stadje zelf is geen bijzonderheid, en daarom charmant: het is nog puur Flores. Heerlijk om eens door te struinen

Morgen rijden we terug naar de kust om in te schepen voor Komodo. Vroeg uit de veren want we varen voor de middag uit en het is nog een stukje rijden naar Labuan Baja.