Na twee intensieve, maar onvergetelijk mooie dagen, begon dag drie van de Lares Trek met een kille, nevelige ochtend op 3.800 meter hoogte. Onze tenten waren bedekt met een dun laagje rijp en de damp van onze adem hing nog in de lucht toen we wakker werden. De gids kwam ons om 5:15 uur wekken met een kop warme coca-thee een klein gebaar dat je op dat moment als pure luxe ervaart.

Na een eenvoudig maar voedzaam ontbijt met quinoa-pap en pannenkoekjes, maakten we ons klaar voor het laatste stuk van de trektocht. De afdaling naar de vallei van Lares. Onderweg veranderde de vegetatie langzaam van ruig berggras naar weelderige bossen, en we volgden een rivier die ons steeds dichter bij ons eindpunt van deze 3 daagse trekking bracht.

We namen afscheid van onze muilezeldrijvers, koks en gids die ons de hele weg hadden ondersteund met een glimlach en ongelooflijke maaltijden.

Uiteindelijk kwamen we aan in Ollantaytambo, een levend Inca-dorp met geplaveide straatjes en indrukwekkende ruïnes. Daar pakte we de trein naar Aguas Calientes, de uitvalsbasis voor een bezoek aan Machu Picchu. Tijdens de rit keek ik uit het raam naar de rivier die langs de rails stroomde en we dachten aan de stilte van de bergen die we achter ons lieten.

Aangekomen in Aquas Calientes en na drie dagen zonder douche, zweet op onze huid en stof in ons haar, voelde een warme douche alsof we in een vijfsterren spa waren beland. Het was het perfecte einde van een pittige, maar ongelooflijk belonende tocht. Straks lekker eten een heerlijke cerveza en morgen bezoeken we de machtige Machu Picchu.