
Vandaag begon ons avontuur vroeg om 8:00 uur reden we weg uit Arequipa, de ‘witte stad’, met haar elegante koloniale gebouwen en uitzicht op de vulkanen. Terwijl we de stad achter ons lieten, maakte de drukte langzaam plaats voor rust en uitgestrekte vergezichten. Onze bestemming? Het afgelegen bergdorp Cabanaconde, gelegen aan de rand van de indrukwekkende Colca Canyon.

De rit was allesbehalve saai. Al snel veranderde het landschap drastisch de weg kronkelde omhoog door het Andesgebergte, met uitzicht op diepe valleien, besneeuwde toppen en uitgestrekte hoogvlaktes vol vicuña’s en alpaca’s. De lucht werd ijler, de kleuren feller. We maakten verschillende stops langs de route, niet alleen om foto’s te maken, maar ook gewoon om te genieten van het adembenemende landschap en de stilte die hier zo anders aanvoelt dan in de stad.

Na een rit over de hoogvlaktes bereikten we rond het middaguur de spectaculaire Patapampa pas. Met een hoogte van 4910m is dit het hoogste punt van onze route. Hier stopten we opnieuw om te acclimatiseren, wat foto’s te maken en te genieten van ijle lucht en een duizelingwekkend panorama we hebben zicht op twee besneeuwde vulkanen, Misti en Chachani.

Elke stap voelt zwaarder dan de vorige. De lucht is ijl, zuurstof schaars. Ademhalen gaat niet vanzelf meer het is alsof je longen voortdurend naar adem happen, zonder voldoening. Zelfs de kleinste inspanning, een helling oplopen, lijkt een marathon. Hartslag en ademhaling versnellen, niet door haast, maar door de hoogte.

In Peru zijn cocabladeren al eeuwenlang een trouwe metgezel van de bergbewoners. Voor reizigers die de hoge Andes trotseren zoals bij de Patapampa-pas het is een natuurlijk hulpmiddel tegen de slopende effecten van de hoogte. Lokale bevolking raadt het met een glimlach aan: “Mastica coca, te ayuda.” Kauw coca, het helpt je.

Cocabladeren bevatten milde alkaloïden die, wanneer je ze rustig kauwt of als thee drinkt (mate de coca), de ademhaling iets efficiënter maken en vermoeidheid helpen tegengaan. In de ijle lucht, waar elke stap energie kost en elke ademhaling telt, bieden ze verlichting. Geen wonder dat herders, boeren en reizigers het groene blad nog altijd koesteren. Uiteraard proberen wij ook dit middel maar helaas dit is niet voor ons westerlingen weggelegd, niet te vreten…..! Maar goed wel geprobeerd.

Halverwege de dag bereikten we de Colca Canyon een van de diepste kloven ter wereld. De steile wanden en diepe afgronden zijn bijna surrealistisch. Vanaf diverse miradors (uitkijkpunten) kregen we een voorproefje van de grootsheid van deze kloof. De contrasten zijn spectaculair terrassen die al sinds de Inca-tijd in gebruik zijn, kleurrijke bloemen langs de rotsachtige randen, en ver onder ons de Colca-rivier die zich een weg baant door het landschap.

We maakten een korte, maar indrukwekkende wandeling door een deel van de canyon. De lucht was fris en helder, en bij elke bocht van het pad werd het uitzicht indrukwekkender. Onze eindbestemming van de wandeling was Cruz del Cóndor, een beroemd uitkijkpunt waar we je met een beetje geluk de machtige Andescondor kunt zien. En dat geluk hadden we. Terwijl we uitkeken over de kloof, zagen we plotseling de eerste schaduw over de rotswand glijden even later zweefden de eerste condor boven ons hoofd. Soms zo dichtbij dat het leek dat je ze nagenoeg kon aanraken. Wat een prachtig gezicht. Stilte, verwondering, en kippenvel.

Na deze bijzondere ontmoeting reden we door naar Cabanaconde, een klein dorpje dat aanvoelt als het einde van de wereld in de beste zin van het woord. Hier zijn de wegen nog onverhard, de mensen vriendelijk, en de sterrenhemel ongekend helder. Terwijl de zon reeds achter de bergen was verdwenen, keken we terug op een dag vol indrukken, ontmoetingen en natuur van een bijna buitenaardse schoonheid.


















































































