

We verlaten Chivay al vroeg in de ochtend want er zijn op onze route naar Puno wegwerkzaamheden waardoor de weg maar twee keer per dag een uur opengesteld wordt. Aangezien we écht naar Puno willen in het middagblok dat de weg open is, gaan we op tijd in de rij staan. De weg er naartoe is prachtig: we zien alpaca, vicuña’s en vele vogels in het adembenemende berglandschap. We bevinden ons nog steeds rond de 3400 meter maar Puno ligt hoger, op 3815 meter.

Het wachten in de rij valt mee en we zijn vlot mee als de weg open gaat. Dat is fijn want we hebben nu nog tijd voor een bezoek aan de pre-inca graftombes en tempels van Sillustani. De pre-Inca tombes zitten verstopt inderdaad de grond, een volk dat er later woonde heeft ze half in en half boven de grond gebouwd en de Inca’s hebben torens boven de grond gebouwd. Helaas zijn ze leeggeroofd door de Spanjaarden maar de ruïnes zijn nog goed te bekijken. Met onze nieuwe gids krijgen we uitleg wat t geheel meer laat spreken. We arriveren op tijd in ons hotel in Puno en gaan heerlijk dineren bij Moshja.

Morgen wederom vroeg uit de veren voor het bezoek aan het Titicacameer. Dat spreekt al tot m’n verbeelding sinds we daarover leerden op de basisschool. Het hoogste bevaarbare meer met volken die op riet leven in het meer. We zijn benieuwd, ook al weten we dat het erg toeristisch is.


