
Deze dag was de zwaarste van allemaal. Na een snel ontbijt vertrokken we naar de Ipsaycocha‑ of Pachacutec Pass, het hoogste punt van de trek gelegen op ruim 4.700m. De klim naar de pas nam circa 5 uur in beslag, Deze tweede dag begon fris (net boven het vriespunt) daarom trokken we extra lagen aan en begon al snel aan de klim naar het hoogste punt van de trekking. De paden waren ruig en rotsachtig, en ik voelde de ijle lucht bij elke stap. Maar wat we ervoor terugkregen was onbetaalbaar ruige gletsjertoppen, glinsterende bergmeren, en stilte, een stilte die bijna heilig aanvoelde.

De klim zigzagde steil omhoog, en de ijle lucht voelde als een muur waar ik constant tegenaan botste. Elke vijf minuten moest ik pauzeren, trillen van vermoeidheid, terwijl mijn hart bonkte in mijn oren. Maar daarboven, op de pas, opende zich een wereld van turquoise lagunes, besneeuwde pieken en gletsjermeren pure schoonheid met een prijs.

Daarna begon de ellendige afdaling naar ons kamp bij het meertje Ipsaycocha. Mijn benen voelden als rubber, de spieren schreeuwden om rust. In dit soort omstandigheden zag ik opnieuw Li Chen zij sprong naar beneden, alsof ze op een vlak pad wandelde. Met haar energie sleepte ze me door die laatste uren, en ik voelde een mix van trots en vermoeidheid.

Na een paar stevige uren omhoog bereikte ik de pas. Ik stond daar in m’n eentje, met alleen de wind en de bergen om me heen. Het uitzicht was grandioos: achter me lag het pad dat ik had genomen, voor me de afdaling naar de groene vallei van Cancha Cancha.

De weg naar beneden voerde langs beken, rotsige heuvels en alpenweiden. In Cancha Cancha, een geïsoleerde gemeenschap zonder elektriciteit, werden we hartelijk begroet door een groep vrouwen die hun zelf gemaakte waren aanboden.

Op deze loodzware dag werd mijn respect voor de dragers en koks alleen maar groter. Terwijl ik mezelf naar de pas sleepte, zag ik ze opnieuw voorbijlopen deze keer op steil terrein, zwaarbeladen, in weer en wind. Sommigen op sandalen, anderen met simpele gympen, maar allemaal even doelgericht en rustig.

Toen we uiteindelijk de campsite bereikten, stond niet alleen mijn tent er al, maar ook de geur van iets heerlijks in de lucht. Onze kok wist op een klein gasbrandertje op 3.800m hoog een complete warme maaltijd te bereiden soep, rijst, verse groente, zelfs warme chocolademelk. Hoe hij dat voor elkaar kreeg? Geen idee. Maar het smaakte als sterrenrestaurantniveau, daar in de kou.

Wauw knap gedaan!!
Respect 💪
Geweldig zeg! Wat je al niet doet voor koek en zopie! 😎😎